Wat is de functie van de kerk? Om dat op een rijtje te krijgen is het soms handig na te denken over de eerste gemeenten van bijna tweeduizend jaar geleden. Het woord kerk bestond toen nog geen eens. Ik heb regelmatig de bijbel gelezen met als doel te achterhalen hoe de eerste kerk ongeveer moet hebben gefunctioneerd.
De bijbel lezen met het menselijk verstand is hiervoor niet genoeg. Er is meer voor nodig, de bijbel lezen vanuit de Geest. Als we op deze manier lezen en proberen te achterhalen hoe de eerste kerk in elkaar zat, weten we echt nog niet alles, dit is ook niet nodig. Wel weten we dat de eerste kerk anders was dan de gemiddelde kerk van nu.
Omdat de eerste gemeente ook daadwerkelijk de eerste was, had deze gemeente geen traditie. Dit was een voordeel. Tevens kreeg de gemeente aanwijzingen van de apostelen, deze spraken zeker vanuit de Heilige Geest. Ook was gemeentelid zijn vanwege christenvervolgingen in die tijd niet zonder gevaar. We kunnen dus vrijwel zeker stellen dat het met het geloof van de mensen erg goed gesteld was.
Na lang overdenken en de bijbel napluizen over het functioneren van de eerste gemeenten, moest ik helaas wel de conclusie trekken dat de eerste gemeenten in deze tijd verketterd zouden worden. We praten over bijna 2000 jaar geleden. Een tijd waarin de sociale omgangsvormen een stuk minder los waren dan nu. Plaatsen we de gemeente van toen in dat perspectief, dan zien we een behoorlijke vrije gemeente. Het draaide helemaal niet zo zeer om allerlei wetten en regels, maar om een zuiver geloof dat vrij is van afgoderij en om echte liefde voor God en van daaruit voor de medemens.
De functie van de gemeente was dat mensen dit gezamenlijk konden delen en dat er een veelzijdigheid aan talenten samenkwam om God te dienen. Deze veelzijdigheid aan talenten die zo in elkaar passen dat mensen samen sterk zijn wordt in de bijbel vaak vergeleken met een lichaam. Een been kan immers niet wat een arm kan, maar toch hebben ze elkaar nodig.
De functie van de eerste gemeenten was dat de gemeenteleden werden opgebouwd. De leden met een zwakker geloof werden op opbouwende wijze geholpen door leden met een verder ontwikkeld geloof en verder werd van de leden verwacht dat ze zich buiten de kerk zouden inzetten om meer mensen richting de Here Jezus te leiden.
Of een kerkdienst op dezelfde manier verliep als bij ons is moeilijk te zeggen, al lijkt het me aannemelijk van niet. Er werd waarschijnlijk veel meer gemeente gevormd dan nu. Waarschijnlijk spraken de mensen elkaar meerdere keren per week en was er veel meer blijdschap en enthousiasme. Ook werd er waarschijnlijk niet per definitie een kerkdienst op een bepaalde dag gehouden en was er waarschijnlijk ook geen “heilige dag”. Het lijkt me aannemelijk dat het gebouw waar de gemeente samenkwam veel meer voelde als een gemeenschappelijk bezit dan dat de kerkgebouwen tegenwoordig voelen. Gemeenteleden waren meer betrokken. Dit is te concluderen uit de volgende ook voor nu erg belangrijke bijbeltekst:
Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn. Er mogen twee, hoogstens drie van u in klanktaal spreken, ieder op zijn beurt en bovendien met iemand die de uitleg geeft. (1 Kor 14 vers 26 en 27).
Iedereen droeg dus iets bij, best aannemelijk dat het vrij lange samenkomsten waren dus. Iedereen was dus ook betrokken en had duidelijk contact met de Heilige Geest. Dit gaf vreugde en enorm veel kennis die de gemeente ten goede kwam. Dit moest natuurlijk op een enigszins ordelijke wijze gebeuren. Niet de menselijke orde die we nu kennen, maar goddelijke orde. Indien je heel Kor 14 leest, lees je duidelijk dat de orde de vreugde en goddelijke invloeden niet mochten blokkeren, maar wel stroomlijnen.
Het is erg waarschijnlijk dat wonderen vrij normaal waren. Dit kunnen we lezen uit de brief van Jakobus:
Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer. Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden. (Jak 5 vers 14 en 15).
Het is zeker dat de eerste gemeenten niet de bijbel hadden zoals wij die hebben. Er konden nog geen boeken worden gedrukt en bekend is dat de bijbel pas enige jaren later tot stand kwam. De gemeenten moesten het dus doen met verbale overleggingen, enkele geschriften en de Heilige Geest. Zelf zou ik niet weten wat ik moest zonder bijbel, maar ik moet ook zeggen dat ik meer wordt opgebouwd door gebed en door soms de stilte te zoeken met God. Lezen in de bijbel vergroot de relatie door vergroting van kennis, maar bidden kan zorgen voor een veel doelmatigere kennis en draagt bij aan de relatie met God. Wellicht dat het gebrek aan een bijbel ook een stukje bijdroeg aan meer geestelijkheid, maar ik denk dat het volhardende geloof eerder verantwoordelijk hiervoor was.
Overigens refereerden de apostelen weleens uit “Het boek van Henoch”. Het is mogelijk dat het niet de wil van God is dat dit boek deel uit zou maken van de bijbel, maar mogelijk is het weglaten ervan een menselijke actie. Het is dus heel goed mogelijk dat de eerste gemeenten veel invloeden hadden uit dit geschrift.
We kunnen er vrij zeker van zijn dat de eerste gemeenten een redelijke afspiegeling waren van het werk van de Here Jezus op aarde. De Heilige Geest speelde een grote rol en was duidelijk merkbaar aanwezig. Dit uitte zich onder andere door de gave van profetie, genezing en spreken in tongen. Het draaide om de liefde voor God.
Natuurlijk is de eerste gemeente geen complete blauwdruk voor de kerk van nu. De kerk van nu staat in een hele andere omgeving. Dat de kerk dus wordt aangepast aan deze tijd is noodzakelijk, maar het woord van God mag nooit worden aangepast. Dit gebeurt misschien weleens iets te makkelijk.
De functie van de kerk moet dus eigenlijk een afspiegeling zijn van het werk van de Here Jezus op aarde. In de eerste plaats bracht hij zondaren tot bekering, hij verkondigde het evangelie en maakte duidelijk hoe de wil van God in elkaar zit. Voorts genas hij mensen van ziekten en dreef demonen uit. Mensen konden met hun nood bij Hem terecht. Iedereen was voor hem gelijk. Als er voor de kerk van nu één blauwdruk moet gelden is het wel het leven van de Here Jezus op aarde.